Memory met spareribs

12 augustus 2016 - 100 Mile House, Canada

Reisdag vandaag. Mijn beurt dus om te bloggen. Laatste dag voor Sis! Zo jammer. Wij vertrekken om half negen richting het vliegveld. De anderen hebben de wekker gezet om afscheid van haar te kunnen nemen. Overal staan groepjes zwaaiende Nederlanders. We rijden dwars door Vancouver. Zou volgens googlemaps niet druk moeten zijn. Toch wel. We zien een auto die vol in een stadsbus is gereden. Vandaar!

Bij het vliegveld aangekomen blijken we nergens te kunnen stoppen. We mogen Sis eruit gooien, maar dat willen we niet. De familie Mc Whorter stapt uit om Sis te helpen inchecken. Robbert en ik blijven bij de camper achter. Ik stel voor dat ik rondjes ga rijden totdat ze weer terug zijn. Daar wordt hartelijk om gelachen. Ze zijn ervan overtuigd dat ik minimaal de achterste slaapkamer zou verliezen. Van je vrienden moet je het hebben! Ik blijf dus netjes naast de RV staan. Totdat er een man naar me blijft kijken. Ik probeer hem zo lang mogelijk te negeren. Als hij pal tegenover me staat lukt me dat niet meer. ‘k Gooi m’n charmes in de strijd en zeg dat ik niet met de camper durf te rijden. Dat snapt ‘ie wel. Huh????? Goed bedacht, maar het werkt niet. Hij vraagt waar de chauffeur is. Die is binnen om een oude dame te helpen inchecken. ‘k Doe of ik het wenkende handje niet zie weer een paar seconden gewonnen. Hij loopt terug. Gaat voor me staan. Wenkt nogmaals. Toch maar mee naar binnen. Is het die lange meneer daar? Nee. Is het die meneer? Nee. Die dan? Nee. Leuk spelletje. Dan bedenkt ‘ie dat het ook anders kan. Welke meneer is het? Gelukkig is Kevin niet zo heel erg groot. We zien hem niet. Hij neemt me mee langs de incheckbalies. Ik kan er niet meer onderuit en wijs Kevin aan. We moeten Sis achterlaten. Oude mensen kunnen nog best veel, zegt hij nog tegen me. Hij is al met al best wel aardig. We komen buiten en ik zie zijn collega die met Robbert in gesprek is. Felix staat al met zijn bonnenboekje klaar, maar wordt teruggeroepen. En daar gaan we dan. Op de muziek van Margharitaville van Jimmy Buffet. Op naar 100 Miles House.

De anderen gaan eerst langs een camper reparatiebedrijf. Want dat moet ook nog steeds. Wij sluiten ons daar aan. Gelukkig, ze hebben toiletten. Kunnen we wel even gebruik van maken. Ik loop naar binnen en kom Annemieke tegen die ook net het toilet bezocht heeft. De receptioniste begroet mij vriendelijk. Op haar vraag of ze me kan helpen antwoord ik dat we al geholpen worden, maar dat ik wel heel graag even van haar toilet gebruik wil maken. O, u bent ook van die kapotte camper? Natuurlijk kunt u hier naar het toilet. Het toilet is rechts, rechts. Margreet komt binnen. Van die kapotte camper? Rechts, rechts is het toilet. Merric wil ook wel even naar het toilet. Rechts, rechts. Dan hoor ik Kevin hetzelfde vragen. Ik zie de vertwijfeling op het gezicht van de receptioniste. Met z’n hoevelen zitten ze wel niet in zo’n camper???

De RV wordt gerepareerd, terwijl wij met de twee andere campers boodschappen gaan doen. Ooit een parkeergarage in geweest met een 11 meter lange camper? Nou, daar draaien Alexander en Kevin hun hand niet voor om. En het lukt ze zowaar zonder brokken erin en er ook weer uit te komen. Als wij terugkomen bij het camperbedrijf staat Hasker al te wachten. Broodjes worden onderweg gesmeerd. Tukje doen ook. Alleen Kevin niet, denk ik…… ‘k Was er niet de hele tijd bij met m’n gedachten. Geen tijd te verliezen. 100 Miles House wacht.

Onderweg toch heel even stoppen. We zien een kabelbaan. De hoogst gelegen kabelbaan ter wereld. Beetje prijzig voor een half uurtje. Toch maar weer door. ’t Klinkt simpel, maar om met drie joekels van campers een terrein af te komen is wat minder gemakkelijk dan het lijkt. Via de ene kant van het terrein mogen we er niet af. Via de ander kant komen we er ook niet, omdat we niet linksaf mogen slaan. Je moet eigenlijk rechtsaf het terrein af, stukje rechtdoor rijden, verderop aan de overzijde van de weg er weer af. Terreintje over en dan terugrijden. Maar we kunnen zeer waarschijnlijk daar ook de scherpe bocht niet maken om op dat terreintje te komen. Dan maar gewoon tegen het verkeer in. Het lukt alle chauffeurs om tegen de regels in de bocht te maken. Way to go!

We moeten tanken. Die bakken slurpen benzine. Rondjes draaien met die RV’s, dat kunnen ze inmiddels al. Dus daar gaan we weer. We rijden het terrein van het tankstation op. Tankdop aan de andere kant. Draaien en weer terug. Tankdop weer aan de andere kant. Nog maar weer eens in de herhaling: draaien, terug en ja, we staan goed. Maar we kunnen niet tanken. Je moet eerst binnen betalen, net als in Amerika. Ik loop netjes met mijn creditkaart naar binnen om pomp twee te betalen. ‘k Mag niet betalen. De pompbediende heeft de pomp om de een of andere reden vrijgegeven en Kevin is al aan het tanken. Hasker loopt achter mij aan naar binnen. Welke pomp hij wil betalen. “Ik wil niet betalen. Ik wil sigaren,” zegt ‘ie. De pompbediende is een beetje confuus door dit antwoord, maar herstelt zich snel. Hij heeft verschillende soorten sigaren. Liggen in een kamertje achter de toonbank. Pompbediende het kamertje in. Hasker er in al z’n onschuld achteraan, denkend dat dat de bedoeling is. Staat in een mum van tijd weer buiten het kamertje. Blijkbaar niet de bedoeling. Geen benzine, vraagt de pompbediende nogmaals aan Hasker. Ja, maar pas als een van de andere campers klaar is. Daar komt Alexander. Die heeft gelijk met Kevin getankt. De pompbediende blij. Eindelijk iemand die benzine wil afrekenen. Hij draait zich om naar zijn kassa om pomp drie aan te slaan. Alexander draait zich ook soepeltjes om en loopt direct weer naar buiten om te checken bij welke pomp hij heeft getankt. Kevin is ook klaar zie ik en ik wil onze benzine afrekenen. Waar is die meneer van pomp drie? Die is naar buiten gelopen. We laten de pompbediende in grote staat van verbijstering achter. Zelfs bij een simpel tankbeurtje kunnen wij voor chaos zorgen.

We hebben nog twee uur te gaan. De omgeving verandert. We rijden de bergen in. Ruige natuur, veel naaldbomen, kilometerslange treinen, bergmeertjes. Schitterend. Benieuwd wat we straks aantreffen. Dat valt niet tegen! Een mooi meertje waar de kinderen direct induiken. Oscar op z’n knieën. Daar moet toch wel even door een paar ouders naar gekeken worden. Valt gelukkig mee. Even later hebben de kids een waterfiets gescoord. Binnen enkele minuten door de vaders omgedoopt tot onderzeebootje. De vaders die er eerst helemaal geen zin in hadden, zijn nu met moeite weer het water uit te krijgen. De Peking Eenden lopen rond, maar die laten we lopen. We hebben spareribs en als reserve chickenwings, varkenshaas en hamburgers. Niet genoeg, volgens de mannen. Gerookte forel. Dat smaakt goed. Kevin en Alexander gaan op pad. Helaas, niet te krijgen. Jammer. Dan toch maar wel die spareribs erop.

Even later komt een mevrouw met een pan. Mais! Ze heeft teveel. Mooi, scheelt weer koken. Alexander speelt memory met de zes spareribs op het vuur. Welke spareribs zijn als eerste gedraaid. Annemieke maakt foto’s van een mooie zonsondergang. Wij hebben niets door en zitten rond het vuur te wachten tot het vlees en de gepofte aardappels gaar zijn. Het lekkerste maal ooit, zegt Ruben. Na het eten zitten we met elkaar rond het vuur. De reisverhalen van gisteren en vandaag worden voorgelezen terwijl we de wolven horen huilen. Aan de overzijde van het meer. Gelukkig. We drinken met z’n allen nog een sambucaatje. Morgen naar Welsh Gray Provincial Park, een Park dat bekend staat om de circa 250 watervallen.  

1 Reactie

  1. Anneke en Harry:
    16 augustus 2016
    Leuk,leuk.