In the middle of nowhere

5 augustus 2016 - Victoria, Canada

Eerste nacht in onze RV’s. Onze slaapkamer en woonkamer zijn een stuk groter dan ze leken toen we de campers ophaalden. Twee slide-outs verbergen een enorme kledingkast in de slaapkamer en een fornuis, oven en magnetron in de keuken. Gelukkig maar, want we hebben de magnetron nodig voor ‘t ontbijt. Buiten aangekomen zien we dat de Van der Gootjes en de De Jongs hun picknicktafel al in het zonnetje hebben gezet. Wij doen hetzelfde. We wisselen onze wederwaardigheden uit. In twee campers ontbreken items uit het comfortpakket. Blijkbaar dachten ze bij Road Bear dat de De Jongs het comfortabel zouden vinden zonder dekbedovertrekken. De Van der Gootjes kunnen wel zonder kussenslopen en de Mc Whorters & friends kunnen vast wel zonder water dus die geven we een camper met lekkende watertank mee. Deze minor issues gaan we later vandaag oplossen. Eerst snel ontbijten, want we hebben haast.

Grote dag voor de grote en kleine kinderen onder ons: ‘n bezoek aan de Boeingfabriek. Bij vertrek missen we de twee meisjes. Margreet gaat even kijken waar ze blijven. Op het moment dat de meisjes er weer zijn vertrekken de RV’s. Ik hoor iets, kijk over mijn schouder en zie Margreet door de half geopende deur. Knap, zo half staand op de treeplan en half rennend op de weg. Ik zou mijn heup en rug verdraaien. Nou, zij dus ook. Alleen onze chauffeur heeft niet door dat zijn eigen meisje half buiten de camper bungelt in een poging in te stappen en wil vol gas het terrein verlaten.

Drie dikke RV’s rijden achter elkaar aan door de drukke ochtendspits richting de fabriek. Door de files zijn we maar net op tijd. Rennen naar binnen. Ojee, geen tassen, telefoons of fotocamera’s toegestaan. Daar zijn lockers voor, maar die zijn stuk voor stuk bezet. We rennen met z’n allen in onze grijze shirts als gekken rond, op zoek naar een locker die vrij is. Hasker en Alexander verzamelen als een dolle alle rugzakken, camera’s en telefoons en rennen terug naar de campers. Negeren de borden waarop staat dat je geen kostbaarheden in je auto mag achterlaten, knikkeren alles naar binnen en rennen terug. Mooie buit als die boefjes van gisteren ook hier hun slag proberen te slaan.

Tijdens een anderhalf uur durende tour krijgen we te zien hoe die enorme vliegtuigen gemaakt worden. Bijzonder indrukwekkend. Gelukkig is Alexander in de buurt om mij te vertellen hoe alles werkt. Hij snapt ’t toch net wat beter. Na de tour kunnen we in een experiencecenter rondlopen om de verschillende onderdelen van een vliegtuig van nabij te bekijken. Dat is misschien nog wel het mooiste moment voor de jongens, groot en klein. Die genieten met volle teugen. We zijn Hasker, Alexander en de kids kwijt. Die rollen even later uit een flightsimulator. Zelden zulke grote grijnzen op gezichten gezien.

We moeten verder. Helaas. Gelukkig dragen we alle 14 de Mc Johego shirts en zijn daardoor gemakkelijk te herkennen. Bij vertrek zien we nog twee militaire vliegtuigen landen. Alle camera’s in de aanslag. We vertrekken. Twee campers gaan naar de supermarkt om eten te halen. De derde gaat de ontbrekende spullen halen en hopelijk de watertank laten maken. Ondertussen probeer ik in een hotsende en botsende camper te typen op de laptop van Hasker. Iedere keer als mijn handen boven het toetsenbord hangen verschijnen er meer gekke woorden op ’t scherm. Mijn Appletje heeft ’t gisteren begeven. Stille hint misschien dat ik toch echt vakantie moet vieren? Ik wil mijn taak al neerleggen, maar mag aanblijven als gastcolumnist.

Inmiddels zijn we bij Road Bear aangekomen. t Is al vier uur. Straks moeten we nog zeker twee uur rijden naar Mount Rainier: de berg die we morgen met z’n allen gaan bestormen. Hoewel, bestormen? Het schijnt morgen zo’n 35 graden te worden. We gaan het meemaken.

Na een dik half uur kunnen we vertrekken. Margreet helpt Kevin het terrein af te komen met die dikke RV. Wordt tot twee keer toe gesommeerd in te stappen, maar wil dat pas buiten het hek doen i.v.m. de krappe doorgang. Kevin legt zich er bij neer. Naar de supermarkt waar de anderen eten hebben ingeslagen. Nee Alexander, nee Hasker, ze hadden echt geen dikke lappen vlees, hoor ik Inêz en Annemieke zeggen. Mannen zelf naar binnen om te kijken of zij wél grote stukken vlees kunnen vinden. Hmm, ook niet. Dan toch maar genoegen nemen met de filetlapjes.

We vertrekken naar Mount Rainier. Kom Sis, stap in. Haha. ’t Zal ‘m niet nogmaals gebeuren dat ‘ie iemand achterlaat. We rijden achter elkaar aan. Oeps, waar is Alexander? Net op het moment dat we links af rechts af kruip door sluip door doen, raakt ‘ie achterop. Bellen helpt niet: voicemail. Daar komt Hasker al aangesneld. Twee duimen omhoog. 

Het landschap verandert. Net Zwitserland. Dennenbomen, bergriviertjes, lieflijke dorpjes. We stijgen, hebben ’n schitterend uitzicht op Mount Rainier en komen rond 19 uur aan op de camping. Drie mooie plekken bij elkaar. Geen internet of telefoonbereik, maar wel een enorme vuurplaats. Voor ik het weet hebben ze het vuur aan. De mannen mogen nu uitrusten. Dat was de deal. Zij rijden, wij koken terwijl zij drinken. En wat blijkt: wij vrouwen kunnen prima bbq-en. De kinderen vinden het vuur ook geweldig. Oscar maakt een enorme buiteling. Van blijdschap? Of toch niet? Annemieke doet verwoede pogingen het vuil van zijn ogen te vegen. Een blauw oog laat zich echter niet wegpoetsen. De dag wordt afgesloten met marshmallows. En nu lekker slapen.